Scholen werken in drie jaar toe naar een Dynamische Schooldag op maat: elke 30-45 minuten een beweegmoment om het zitten(d leren) te onderbreken én daardoor de positieve effecten van bewegen te ervaren. Het is een verandering in de schooldag, waar vanuit een gezamenlijke visie naar een plan wordt toegewerkt, dat elk jaar wordt bijgeschaafd. Maar hoe zorg je op lange termijn dat deze verandering geborgd wordt? De Beweegalliantie komt met een oplossing: een Bewegen in en om School (BioS)-team.
Een BioS-team bestaat uit een vakleerkracht bewegingsonderwijs, een groepsleerkracht en een mbo-opgeleide Sport- en Beweegprofessional. Zij werken als team aan alle taken met betrekking tot bewegen in en om school, dus de coördinatie en een groot deel van de uitvoering van een Dynamische Schooldag, maar bijvoorbeeld ook de samenwerking met pedagogisch medewerkers in het bewegen voor peuters en op de buitenschoolse opvang en de samenwerking met wijkpartners voor actief naar school komen en bewegen in de wijk.
Het werken met BioS-teams hebben de HvA en Stichting Westelijke Tuinsteden (STWT) in samenwerking met het ROC van Amsterdam en Team Sportservice Amsterdam in 2024 en 2025 gepilot. De eerste resultaten zijn veelbelovend. Vakleerkrachten bewegingsonderwijs voelen zich sterker betrokken bij de ontwikkeling van de leerlingen, omdat zij ook taken buiten de gymzaal hebben. Ook vinden zij het fijn om te sparren met hun BioS-teamcollega’s.
Sport & Beweegprofessionals tevreden
De Sport & Beweegprofessionals geven aan dat zij het fijn vinden om een volledige baan te kunnen invullen, in plaats van versnipperd voor- en na schooltijd. Daar liggen kansen, zegt Bastiaan Plaizier, domeinmanager sport bij het ROC van Amsterdam. “Onze studenten worden van oudsher opgeleid tot sporttrainer of -instructeur. Vaak moeten zij na hun opleiding losse banen combineren. Zij geven bijvoorbeeld een paar uur sportles, werken bij de buitenschoolse opvang of als buurtsportcoach. Deze (oud) studenten zijn juist heel geschikt om op scholen ondersteuning te bieden. Zij kunnen worden ingezet op het schoolplein, in de klas, tijdens de gymles of bij buitenschoolse activiteiten. Omdat zij vaak in de buurt werken, leggen ze bovendien makkelijk verbinding met sportverenigingen.”
Groepsleerkrachten ervaren minder werkdruk, omdat hun leerlingen rustiger in de klas zitten door de extra en kwalitatief goed ingerichte beweegmomenten. Ook is er door de inzet van het BioS-team meer ruimte om anders te roosteren, waardoor een groepsleerkracht bijvoorbeeld een halve klas gerichte instructie kan geven, terwijl de andere helft begeleid aan het bewegen is.
Voorbeeld uit Nieuw-West
Een concreet voorbeeld komt van de Burgemeester de Vlugtschool in Amsterdam Nieuw-West. Hier werkt vakleerkracht Marlissa Schouten samen met sport- en spelbegeleider Alex van der Beek. Schouten zag hoe het schoolplein vaak tot conflicten leidde: kinderen die na school niet buitenspeelden, wilden hun energie kwijt, maar wisten niet hoe. Dat maakte pauzes onrustig en belastte leerkrachten.
Met steun van Van der Beek werd het schoolplein anders ingericht. Er kwamen zones met duidelijke spelregels, zodat elk kind op eigen niveau mee kon doen. Activiteiten werden aangekondigd op een bord in de gang en afspraken golden zowel in de klas als op het plein. Dit bracht rust en plezier terug. Dankzij de vaste inzet van Van der Beek kreeg vakleerkracht bewegingsonderwijs Schouten ruimte voor coördinatie en organisatorische taken, zoals het aanvragen van een nieuw schoolplein en sportkooi. Ook werd de inzet van spelmaterialen en naschoolse activiteiten beter geregeld.
Samen leren en groeien
In de loop van het schooljaar breidde het BioS-team de activiteiten uit met beweegtussendoortjes. Groepsleerkrachten kregen ondersteuning bij het uitvoeren hiervan. Van der Beek hielp een week lang in verschillende klassen en liet zien hoe bewegingstussendoortjes eenvoudig geïntegreerd konden worden. Het resultaat: leerlingen gingen met meer energie en focus aan de slag, terwijl leerkrachten nieuwe ideeën opdeden.
Volgens Schouten is de meerwaarde het werken in een BioS-team groot. “Ik heb op de ALO geleerd hoe je gymles geeft, maar over activiteiten op het schoolplein weet ik minder. Alex ziet dagelijks wat werkt. Bovendien sluit hij met zijn activiteiten aan op wat wij in de gymzaal doen. Hij denkt mee, brengt rust en verlaagt onze werkdruk.”
Ook Van der Beek zelf ziet de samenwerking als waardevol: “Tijdens mijn opleiding leerde ik veel over sport en bewegen, maar niet zozeer over pedagogiek. Door samen te werken met leerkrachten leer ik hoe zij met kinderen omgaan. Tegelijkertijd kan ik mijn expertise inzetten om de school in beweging te krijgen.”
Lessen voor de toekomst
De ervaring leert dat structurele samenwerking cruciaal is. In de beginfase werden sport- en beweegprofessionals ad hoc ingezet, maar dat leverde te weinig samenhang op. Pas toen taakverdeling, afstemming en beleid goed werden vastgelegd, ontstond een duurzaam effect.
Belangrijke lessen voor andere scholen en gemeenten zijn duidelijk:
Wil je weten wat de Beweegalliantie nog meer doet om bewegen in het onderwijs te stimuleren? Kijk dan eens hier.
Dit artikel verscheen ook in het Dynamische Schooldag magazine, dat op 24 september 2025 werd gepresenteerd ter ere van het jaarlijkse Dynamische Schooldag evenement. Meer informatie over de Dynamische Schooldag vind je op hun website.