Alles over een Gezonde Leefstijl Op School

Steeds meer basisscholen halen de norm van 90 minuten bewegingsonderwijs per week

Steeds meer basisscholen halen de norm van 90 minuten bewegingsonderwijs per week, dankzij een subsidieregeling die hen in staat stelde een procesbegeleider in te schakelen. Dit blijkt uit recent onderzoek van ResearchNed, het Mulier Instituut en KBA Nijmegen, waarin scholen die subsidie ontvingen vergeleken werden met scholen die geen subsidie kregen.

Wat hield de subsidieregeling in?

In 2022 introduceerde het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de regeling Impuls en Innovatie Bewegingsonderwijs, bedoeld om scholen te ondersteunen in het realiseren van de verplichte 90 minuten bewegingsonderwijs per week. Scholen konden via deze regeling een procesbegeleider aanstellen. Deze begeleider hielp bij het verbeteren van het bewegingsonderwijs (onderdeel A) en/of het integreren van meer beweegactiviteiten in het schoolprogramma (onderdeel B).

Procesbegeleiders stimuleren meer beweging op school

Het onderzoek toont aan dat scholen met een procesbegeleider vaker voldeden aan de bewegingsnorm. Ook werden er op deze scholen meer beweegmomenten toegevoegd aan de rest van de schooldag. De procesbegeleiders speelden een sleutelrol, bijvoorbeeld door te helpen met het aanpassen van roosters, het vinden van vakleerkrachten en het inbouwen van extra beweging in de lesdagen. De meeste scholen gaven aan de procesbegeleider als zeer waardevol te ervaren voor het bereiken van hun doelen.

Obstakels voor bewegingsonderwijs blijven bestaan

Ondanks de successen zijn er ook nog steeds scholen die de norm van negentig minuten niet halen. Vaak spelen externe factoren een rol, zoals een vol lesrooster, een tekort aan gymzalen of sportlocaties, en het gebrek aan bevoegde gymleerkrachten. Daarnaast kost het soms veel tijd om een geschikte gymzaal te bereiken, wat buiten de invloed van de school en de procesbegeleider ligt.

Samenwerking als oplossing, maar blijvende steun is noodzakelijk

Vóór de subsidie werkten veel scholen al samen met gemeenten, buurtsportcoaches, sportverenigingen en andere scholen. Dit gebeurde bijvoorbeeld door roosters af te stemmen om gymzalen efficiënter te gebruiken of door vakleerkrachten te delen. De inzet van de procesbegeleider versterkte bestaande samenwerkingen en leidde tot nieuwe. Hoewel samenwerking veel voordelen biedt, is het een tijdsintensief proces en biedt het niet altijd een structurele oplossing voor alle knelpunten. Scholen maken zich zorgen over de toekomst: zonder blijvende ondersteuning is het moeilijk om beweging een vast onderdeel van de schooldag te maken.

Over het onderzoek

Het onderzoek omvatte 586 scholen (180 scholen die subsidie A ontvingen, 207 controle-scholen en 199 scholen die subsidie B ontvingen) en 79 procesbegeleiders. Daarnaast werden er verdiepende gesprekken gevoerd met acht scholen die subsidie A ontvingen, zeven scholen met subsidie B en vijf procesbegeleiders.

Lees hier het onderzoek Evaluatie Impuls en Innovatie Bewegingsonderwijs