Alles over een Gezonde Leefstijl Op School

Pesten en klasdynamiek

Deel 3 Het slachtoffer in beeld

Nathalie Hoekstra, postdoctoraal onderzoeker ontwikkelingspsychologie bij Radboud Universiteit in Nijmegen, publiceert op de website wij-leren.nl een artikelenserie waarin dieper wordt ingegaan op de de sociale processen binnen de klas en de mechanismen achter pesten, signaleren en ingrijpen. Daarbij wordt de rol van pesters, slachtoffers, meelopers én leraren verkend. Ook laten de artikelen zien hoe sociale veiligheid doelgericht versterkt kan worden. In deel 3 aandacht voor het slachtoffer.

Pesten is een complex sociaal proces en kent geen eenduidig profiel van het ‘typische’ slachtoffer. Iedereen kan immers gepest worden. Het is daarom belangrijk om het idee van één soort slachtoffer los te laten en vooral niet te vervallen in victim blaming. Pesten is nooit de schuld van het slachtoffer, maar ligt altijd bij de pester en de groep die het toelaat of versterkt.

Toch zijn er bepaalde risicofactoren die de kans op gepest worden verhogen. Die hebben te maken met persoonlijke eigenschappen, groepsnormen en de sociale context. Het doel van het benoemen van deze factoren is niet om schuld toe te wijzen, maar om pesten eerder te herkennen en beter te voorkomen.

Kwetsbaarheden van kinderen – Afwijken van de norm

Kinderen die afwijken van wat in een klas of groep als ‘normaal’ wordt gezien, lopen meer risico om gepest te worden. Die ‘norm’ is geen objectief gegeven, maar een sociale constructie: wat binnen de groep als gewenst of gewoon wordt ervaren.

Zes individuele kenmerken die de kans op slachtofferschap vergroten zijn:

  1. Uiterlijk en fysieke beperkingen:
    Kinderen met een opvallend uiterlijk of fysieke beperking worden vaker gepest, omdat uiterlijk direct zichtbaar is en snel als aanleiding kan dienen.
  2. Gedrag en gedragsproblemen:
    Leerlingen die afwijken van gedragsnormen (zoals verlegen, druk, emotioneel, impulsief, of agressief zijn) lopen meer risico. Kinderen met ADHD of autisme worden bijvoorbeeld vaker gepest, maar kunnen ook zelf pestgedrag vertonen.
  3. Schoolprestaties of interesses:
    Zowel lage als (bij jongens) hoge prestaties kunnen leiden tot pesterijen, net als afwijkende interesses zoals lezen in plaats van sporten.
  4. Etniciteit of culturele achtergrond:
    Kinderen uit minderheidsgroepen worden soms gepest vanwege uiterlijk, taal of religie. Etnisch pesten is bijzonder schadelijk omdat het raakt aan de identiteit.
  5. Seksuele oriëntatie en genderexpressie:
    LHBTQ+-jongeren of kinderen die zich anders kleden of gedragen dan verwacht, worden disproportioneel vaak gepest. De gevolgen hiervan kunnen ernstig zijn, inclusief depressieve klachten en suïcidale gedachten.
  6. Sociale positie in de groep:
    Kinderen met weinig vrienden of sociale vaardigheden zijn kwetsbaarder. Een zwakke positie in de groep vergroot de kans op buitensluiting en pesterijen.

Overkoepelend geldt dat kinderen die afwijken van groepsnormen meer risico lopen om gepest te worden. Hoe groter de druk om ‘normaal’ te zijn, hoe groter de kans dat afwijking leidt tot afwijzing.

Typen slachtoffers

In onderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende slachtoffertypen:

  • Passieve slachtoffers:
    Kinderen die zich terugtrekken, conflicten vermijden en angstig zijn. Ze verdedigen zichzelf zelden, waardoor het pesten kan blijven voortduren.
  • Reactieve slachtoffers:
    Deze kinderen reageren boos of impulsief op pesterijen. Ze raken sneller in conflicten en ontvangen vaak minder steun uit de groep.
  • Pester-slachtoffers (bully-victims):
    Kinderen die én gepest worden én zelf pesten. Ze hebben vaak moeite met impulscontrole en sociale regels. Deze groep heeft een verhoogd risico op langdurige problemen en wordt sociaal vaak afgewezen.

Verschillen in slachtofferschap: frequentie, duur en intensiteit

Niet alle slachtoffers ervaren pesten op dezelfde manier. Er wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • Stabiele slachtoffers:
    Zij worden langdurig en systematisch gepest, vaak zonder sociale steun. Pesten wordt hier soms zelfs als ‘normaal’ gezien in de groep.
  • Instabiele slachtoffers:
    Deze kinderen ervaren tijdelijk of incidenteel pestgedrag, vaak rondom overgangen (zoals een klaswisseling) en herstellen meestal sneller.

Ook de intensiteit van het pesten verschilt. Sommige kinderen worden subtiel buitengesloten, anderen systematisch vernederd of bedreigd – soms op meerdere fronten tegelijk, zoals online en op school.

Pestrollen zijn bovendien niet statisch. Een kind kan in de loop van de tijd wisselen tussen rollen (bijvoorbeeld van omstander naar slachtoffer of van slachtoffer naar pester). Dit onderstreept het belang van voortdurende signalering en ondersteuning.

Waarom melden slachtoffers het pesten vaak niet?

Een aanzienlijk deel van de gepeste kinderen meldt het pesten niet – naar schatting zo’n 30%. Redenen daarvoor zijn onder andere:

  • Schaamte of het gevoel dat het pesten iets over henzelf zegt;
  • Angst dat het erger wordt als ze het melden;
  • Twijfel of het wel echt pesten is;
  • Normalisatie van het gedrag in de klas;
  • Wantrouwen doordat eerdere meldingen niet serieus zijn genomen.

Het gebrek aan vervolgacties op meldingen ondermijnt het vertrouwen van slachtoffers in volwassenen.

Wat kunnen leraren en ouders doen?

Leraren en ouders spelen een cruciale rol in het signaleren, voorkomen en aanpakken van pesten. Belangrijke aanbevelingen zijn:

  • Breng het sociale netwerk in de klas in kaart via vragenlijsten.
  • Werk klassikaal aan positieve groepsnormen (“iedereen hoort erbij”).
  • Observeer actief sociaal gedrag, benoem positief gedrag expliciet.
  • Integreer sociale vaardigheidsoefeningen in de les.
  • Reageer serieus op signalen van pesten, ook op kleine incidenten.
  • Complimenteer kinderen die zich uitspreken over pesten.
  • Volg meldingen altijd op en geef feedback aan het kind.

Tot slot

Pestslachtoffers vormen geen homogene groep. Wat hen vaak verbindt, is dat ze afwijken van groepsnormen en onvoldoende worden beschermd door de groep. Pesten is geen individueel probleem, maar een groepsprobleem dat actief wordt in stand gehouden door sociale dynamiek. Slachtoffers hebben steun nodig van volwassenen én de groep. Alleen door pesten te zien als sociaal proces kunnen we het structureel tegengaan.

Dit artikel is een samenvatting. Het volledige artikel lees je hier bij wij-leren.nl

Lees hier deel 1 in deze serie: sociale dynamiek in de klas

Lees hier deel 2 in deze serie: de vele gezichten van pesten