Het aantal buitenlessen in primair onderwijs is in de afgelopen tien jaar gestegen van veertien keer per jaar in 2016 tot twintig keer per jaar in 2025. Dat blijkt uit onderzoek onder leerkrachten van DUO in opdracht van IVN. Als belangrijkste redenen voor het geven van buitenles noemen de leerkrachten dat kinderen meer bewegen, het voor een fijne afwisseling zorgt, de buitenlucht gezond is en kinderen meer spelenderwijs leren.
Voor IVN is het primair onderwijs dé plek waar kinderen kunnen ontdekken dat zij deel uitmaken van de natuur. Door buiten te leren ervaren kinderen meer plezier, concentratie en beweging. Met campagnes als de Buitenlesdag, waarvan op 8 april de tiende editie plaatsvond, draagt IVN hieraan bij en laat het scholen en kinderen zien hoe het ook kan.
Rekenen en taal
Opvallend is dat buitenles vooral een vlucht heeft genomen als het gaat om vakken als rekenen en taal. Gaf tien jaar geleden slechts 36 procent van de meesters of juffen rekenles buiten, inmiddels is dat maar liefst 77 procent. Taal wordt door 65 procent van de leerkrachten weleens buiten gegeven, terwijl dit in 2016 nog slechts 14 procent was.
Dit betekent niet alleen dat er meer belangstelling is voor buitenlessen, maar ook dat dit gewoon kan. “Het is mooi om te zien dat leraren creatiever met deze vakken weten om te gaan. Leerkrachten zien zelf ook in dat nog meer tijd op een stoeltje achter een tafel en met een boek voor je neus niet het verschil gaat maken. In dit geval geldt: ‘buiten komt het beter binnen’. Vooral bij het automatiseren van de leerstof voegt de buitenles echt iets toe aan het arsenaal van de leerkracht,” aldus programmamanager Vincent van der Veen.
Uitdagingen
26% van de leerkrachten geeft geen buitenles, terwijl 42% van hen dit wél zou willen. Het ontbreken van een geschikte buitenruimte en (externe) hulp worden zijn hierbij uitdagingen.
Benieuwd naar de verdere resultaten?