Hoe kunnen scholen ouders op een laagdrempelige en praktische manier betrekken bij voedseleducatie? Consumentenonderzoekers Gertrude Zeinstra en Lenneke van Bussel van Wageningen University & Research onderzochten deze vraag en geven concrete tips waarmee scholen direct aan de slag kunnen.
Effectieve strategieën
Volgens Van Bussel is ouderbetrokkenheid cruciaal, vooral bij kinderen tussen de 4 en 12 jaar, omdat ouders in deze leeftijdsgroep nog veel invloed hebben op het eetgedrag van hun kinderen: “Juist bij leerlingen tussen 4 en 12 jaar hebben ouders nog veel invloed. Daarom is het zinvol dat ook zij kennis en vaardigheden meekrijgen.” Er bestaat geen universele aanpak, maar wel tal van effectieve strategieën. Denk aan het versturen van foto’s van kinderen die gezond eten of werken in de moestuin, of het meegeven van een geoogste groente met een passend recept. “Ouders worden haast altijd enthousiast als hun kind centraal staat,” aldus Van Bussel.
Vier factoren
Belangrijk is dat scholen een combinatie van verschillende vormen van betrokkenheid inzetten. Het onderzoek richtte zich op vier factoren: acceptatie, haalbaarheid, bereik en effectiviteit. Zeinstra benadrukt: “Juist een relatie opbouwen met ouders en kleine stapjes maken is belangrijk.”
Een praktische eerste stap is het invoeren van een tienuurtjesbeleid waarbij kinderen groente of fruit meenemen als tussendoortje. Dit betrekt ouders direct, want zij zorgen voor de gezonde snack. Hoewel sommige ouders in het begin weerstand tonen, went het snel: “Uiteindelijk gaat iedereen mee,” aldus Zeinstra. Ook ouder-kindactiviteiten, zoals samen koken of tuinieren, werken goed. Let hierbij op tijdstip en aankondiging, zodat zoveel mogelijk ouders kunnen deelnemen.
Introductiegesprekken bieden kansen om al bij de start van het schooljaar het belang van gezonde voeding en ouderbetrokkenheid te bespreken. Daarbij helpt het als een school zichtbaar maakt dat ze voeding serieus neemt, bijvoorbeeld via het keurmerk Gezonde School.
Schoolcontext
De schoolcontext speelt een grote rol: het type ouders, culturele achtergrond en taalvaardigheid bepalen wat werkt. Visuele communicatie of persoonlijk contact kan effectiever zijn dan schriftelijke informatie, vooral bij ouders die minder goed Nederlands spreken. “Voeding is persoonlijk, maar ook verbindend,” zegt Zeinstra.
De centrale boodschap uit het onderzoek: variatie is essentieel. Wat werkt, verschilt per school en per oudergroep. “Als kinderen en ouders sámen ervaren dat gezond eten lekker, normaal en leuk is,” zegt Van Bussel, “dan plukken kinderen daar letterlijk en figuurlijk hun hele leven de vruchten van.”
Praktische tips voor meer ouderbetrokkenheid
Dit artikel is een samenvatting. Het hele artikel lees je hier.