Wat zijn de voordelen van bewegen in de klas, wat is de rol van groepsvorming hierbij en welke vormen van bewegingsactiviteiten kun je inzetten? De website van Specialist Sportieve en Gezonde School zette het op een rijtje.
Bewegen in de klas versus bewegingsonderwijs
Bewegingsonderwijs is onderdeel van het schoolcurriculum en wordt gegeven door een bevoegde leerkracht. Hij of zij verbetert planmatig de motorische vaardigheden van de leerlingen. Daarnaast stimuleren extra beweegmomenten in de klas de motoriek, zo stelt het vakblad Lichamelijke opvoeding (nummer 8 en 9, 2018). Bovendien draagt extra bewegen bij aan plezier in de klas en vormt het een goede basis voor leerprocessen, persoonsvorming en socialisering.
In dit artikel gaan we uitgebreid in op socialisering als voordelig effect van bewegen in de klas. Extra beweegmomenten in de klas of tussen de lessen door kan elke leerkracht of SSGS’er organiseren. Dit is natuurlijk niet ter vervanging van het bewegingsonderwijs, maar een welkome aanvulling hierop. Mogelijk heb je het zelf al gemerkt: bewegen in de klas en andere sportactiviteiten zorgen vaak voor een betere sfeer.
Socialisering speelt hierbij een belangrijke rol. Charlotte Visch definieert socialisering in haar boek Gelukkige kinderen in een gelukkige klas (248 media uitgeverij, 2013) als het fundament van een groep waarin iedereen welkom is en waarin belangstelling is voor elkaars welzijn. Beweging en sport hebben namelijk belangrijke sociale voordelen:
Socialisering wordt nog te vaak gezien als een aparte vaardigheid. De kunst en uitdaging is juist om de sociale ontwikkeling te integreren in het lesgeven. Zo wordt socialisering onderdeel van het geheel. Extra beweging in de klas kan hiervoor een uitstekend middel zijn.
De rol van groepsvorming bij bewegen in de klas
Respectvol samenwerken gaat niet vanzelf. Het startpunt van samenwerken is dat je wordt ingesloten en ‘erbij hoort’, ofwel dat je niet wordt buitengesloten. Dit heeft alles te maken met groepsvorming. Buitengesloten of genegeerd worden, maakt mensen diep ongelukkig. Het is dus belangrijk om hier als leerkracht alert op te zijn bij beweging, sport en spel in de klas.
De kennis van nu (programma van NTR, publieke omroep) vertelt over een experiment van sociaal psycholoog Kip Williams. Bij een simpel balspelletje op de computer krijgen proefpersonen alleen in het begin de bal toegespeeld en daarna helemaal niet meer. Het resultaat? Ze voelen zich veel ongelukkiger. Buitengesloten worden is zo pijnlijk, omdat de persoon de toegang wordt ontzegd tot het wij-gevoel. De boodschap is: ‘Je hoort niet bij ons.’
Waarom doen kinderen dit dan? Door een onveilig groepsklimaat, lezen we in een ander artikel bij De kennis van nu. Er heerst een gevoel van gevaar of onzekerheid en het ontbreekt aan leiderschap in groepen waar buitengesloten wordt. Bijvoorbeeld als je als leerkracht onvoldoende duidelijkheid geeft over hoe je wel en niet met elkaar omgaat en geen overzicht hebt over wat er in de groep gebeurt.
Je begrijpt nu waarom het zo belangrijk is om de groepsvorming in de klas te bevorderen. Maar hoe doe je dit?
Voorwaarden voor groepsvorming
Groepsvorming ontstaat als de situatie in de klas veilig aanvoelt voor kinderen. Pas dan hebben ze de mogelijkheid om zich goed met elkaar te verbinden. Het lesmateriaal van de SSGS-opleiding noemt vijf voorwaarden om tot samenwerken te komen:
Al deze punten dragen bij aan de sociale vaardigheden van leerlingen. Denk bijvoorbeeld aan: goede communicatie, waardering voor elkaar, respect voor elkaar, kunnen samenwerken en hulp aan elkaar bieden (Visch, 2013).
Verschillende vormen van bewegen in de klas
Het goede nieuws is dat bewegen in de klas bijdraagt aan deze vaardigheden en het groepsproces stimuleert. Met bewegen en sport bevorder je een veilig klimaat in de klas en ga je buitensluiting tegen. Welke vormen van bewegen en sport zijn hiervoor geschikt? Wij hebben er een aantal op een rijtje gezet (bron: lesmateriaal bij de opleiding tot SSGS’er):
Bewegingsactiviteiten tussen de lessen door
Denk aan ‘energizers’ of korte bewegingsopdrachten als een dansje doen, fitnessoefeningen of het uitbeelden van bepaalde dieren. Door de korte duur van deze activiteiten hebben ze weinig invloed op de fysieke ontwikkeling van een kind, maar ze zorgen wel voor een prettige sfeer in de klas.
Bewegingsactiviteiten met de hele klas
Ga met de hele klas naar buiten en speel een groot spel, zoals slagbal. Of wat denk je van een uitstapje naar het zwembad, de speeltuin of de ijsbaan? Een andere mogelijkheid is meedoen met clinics van lokale sportverenigingen.
Kinderen zelf bewegingsactiviteiten laten organiseren
Het organiseren van bijvoorbeeld een eigen klastoernooi knikkeren of tafeltennis zorgt ervoor dat kinderen afspraken leren maken en rekening met elkaar leren houden.
Groene spelen
Bij Groene spelen (ontwikkeld door adviesbureau Onderwijs maak je samen) staat de samenwerking centraal in plaats van prestatievergelijking. Het speldoel ligt in de activiteit zelf, het kan alleen ‘gewonnen’ worden door een gezamenlijke inspanning van alle deelnemers.
Buitenspelen
Dagelijks spelen de kinderen met elkaar buiten op het schoolplein. Hier leren ze vreedzaam omgaan met elkaar. Sommige scholen laten niet alleen een leerkracht pleinwacht houden, maar wijzen ook kinderen aan als pleincoach. Ze helpen dan mee met het oplossen van conflicten.
Tutorrol bij bewegingsonderwijs
Laat oudere kinderen een tutorrol vervullen voor jonge kinderen, bijvoorbeeld bij het bewegingsonderwijs voor kleuters. De oudere kinderen helpen dan bij de lessen. Overleg met de betreffende leerkracht waar er behoefte aan is.
Buitenschoolse bewegingsactiviteiten
Denk bijvoorbeeld aan de avondvierdaagse of gemeentelijke sporttoernooien. De school regelt vaak de inschrijving en zoekt ouders om mee te helpen tijdens deze activiteiten. Op veel scholen lopen kinderen mee met de avondvierdaagse in een schoolshirt en bij een toernooi vertegenwoordigen ze hun school. Dit zorgt voor extra groepsbinding.
Aan de slag met bewegen in de klas
Beweging in de klas stimuleert groepsvorming en draagt bij aan de socialisatie van leerlingen. Dit is essentieel voor een veilige sfeer in de klas waar kinderen niet buitengesloten worden.