Dagritmekaarten bewegen buiten

Kinderen houden van bewegen en vooral buiten. Buiten is zoveel leuks te ontdekken. En niet te vergeten buiten spelen is cruciaal voor hun gezondheid en ontwikkeling.
Met de activiteiten op deze pagina kun je direct buiten aan de slag, ook als het wat minder lekker weer is. Laarzen en regenjasjes aan en gaan!

Lente beweegspelletjes

• Springende lammetjes. Maak lage hordes waar kinderen overheen kunnen springen. De kinderen zijn lammetjes in de wei en springen over de hekjes.
• De paashaas helpen. Leg een mand op de zijkant en leg op verschillende plekken ballonnen. De paashaas is zijn eieren verloren. Laat de ballonnen in de mand terugbrengen. Maak het moeilijker door dat met vliegenmeppers te laten doen of opgerolde kranten.
• Vogels in een nestje. Hang bakjes verspreid over de buitenruimte. Dit zijn de nestjes. Trek vanaf een centraal punt kronkellijnen naar de bakjes. Laat de kinderen een paaskuikentje pakken en die via de kronkellijn in een nestje doen.
• Hoepelparcours. Hang hoepels op waar de kinderen doorheen kunnen stappen. Maak zo een route. Is er een boom? Hang een hoepel met een touw aan een tak. Je kunt de hoepels ook op de grond leggen. De kinderen moeten de hoepel dan zelf pakken en er doorheen stappen.
• Speurtocht. Maak foto’s van dingen op de speelplaats. Print ze en maak er een bingokaart van. Kunnen de kinderen buiten alles vinden op de bingokaart?
• Eierloop. Maak een baan met aan de ene kant een pan met pingpongballetjes en aan de andere kant een eierdoos. Laat de kinderen de eieren met een lepel naar de eierdoos brengen.

Zomer beweegspelletjes

• Balletje overbrengen. Neem twee bakken met water en zet ze een eindje uit elkaar. Doe in de ene bak gekleurde plastic balletjes en leg er een grote lepel bij. Laat de balletjes met de lepel opvissen en overbrengen van de ene bak naar de andere.
• Blote voeten pad. Maak een blote voeten pad buiten met natuurlijke materialen, zoals gras, aarde, zand, kiezels, takken, mos, keien of bloemblaadjes. Eindig met een bak water.
• Bowlen. Zet plastic flessen met water neer. Laat de kinderen gooien of rollen met een bal. Lukt het om de flessen om te gooien of rollen?
• Glijbaan. Maak een waterglijbaan van een stuk zeil. Smeer het in met water en zeep en glijden maar.
• Darten. Teken met krijt een dartbord. Laat de kinderen met een spons met water op het dartbord gooien. Wie gooit in de roos?
• Waterverven. Geef de kinderen een bak water en kwasten of verfrollers. Laat ze een tekening maken of de tegels verven met water.