Als het om mediaopvoeding gaat, voelen professionals in onder meer onderwijs en kinderopvang zich vaak onvoldoende bekwaam om ouders te adviseren. Maar professionals hebben de benodigde kennis allang in huis, benadrukt Nick van Hummel, adviseur bij het Nederlands Jeugdinstituut. “Mediaopvoeding vraagt grotendeels hetzelfde van ouders als de rest van de opvoeding. Vergelijk mediaopvoeding met leren fietsen. Dan is het belang van mediaopvoeding voor ouders makkelijker te begrijpen. Daarna is het je rol als professional om die mediaopvoeding te stimuleren. Zonder oordeel, en vanuit interesse.”
Welke rol spelen professionals in de begeleiding van ouders bij mediaopvoeding?
“Professionals kunnen ouders stimuleren om bezig te zijn met mediaopvoeding. Maar in de praktijk zien we dat veel professionals zich handelingsverlegen voelen. Net als veel ouders vinden ze de digitale wereld vaak ingewikkeld. Ze weten niet goed hoe ze ermee moeten omgaan, en vinden dat ze er meer over moeten weten om ouders te kunnen begeleiden. Dat maakt dat ze dit onderwerp vaak uit de weg gaan.”
Is dat gevoel van handelingsverlegenheid terecht?
“Zeker niet. Mediaopvoeding vraagt van ouders grotendeels hetzelfde als de rest van de opvoeding. Vergelijk het met de manier waarop ouders omgaan met slapen, of met snoep. Daar zijn regels en grenzen voor, het is het belangrijk dat je consequent en duidelijk bent en dat je als ouders één lijn trekt. Al die elementen gelden ook bij mediaopvoeding. Om ouders daarin te begeleiden hoef je dus echt geen mediaspecialist te zijn. De meeste expertise hebben professionals gewoon in huis.”
Wat is het voornaamste advies dat je als professional aan ouders kunt geven?
“Bij mediaopvoeding gaat het niet om goed of fout. Het gaat er vooral om dat ouders ontspannen omgaan met media en balans aanbrengen in het mediagebruik. Als professional is het je rol om met ouders te praten over die balans. Hoe zorg je thuis voor een goede verhouding tussen mediagebruik en andere activiteiten? Zoals buitenspelen, sporten, slapen en school. En hoe begeleid je je kind in het mediagebruik? Bijvoorbeeld: laat je je kind veel alleen doen, of gebruik je media ook samen?”
Hoe denken ouders zelf over mediaopvoeding?
“We zien een beetje twee kanten. De ene ouder is er actief mee bezig, en zoekt naar manieren om het kind te begeleiden in mediagebruik. De andere ouder staat niet echt stil bij mediaopvoeding en is zich niet bewust van het belang ervan.”
Moet je deze ouders ook op verschillende manieren begeleiden?
“Bij de ouders die niet stilstaan bij mediaopvoeding wil je vooral het bewustzijn aanjagen. Bij de andere groep gaat het er vooral om dat je openheid creëert, zodat ouders zich vrij voelen om zorgen en vragen te delen. Soms voelen ouders schaamte om erover te praten, omdat ze denken dat ze het fout doen. Bijvoorbeeld omdat hun kind veel schermtijd heeft. Er leeft bij veel mensen het idee dat media vooral slecht zijn voor een kind. Als professional kun je zorgen wegnemen en zoeken naar manieren om goed om te gaan met media.”
Wat is de beste manier om over mediaopvoeding te praten?
“Het werkt vaak goed als je er een gezamenlijke zoektocht met ouders van maakt. Stel vooral veel vragen. Welke media gebruiken jullie veel binnen het gezin? Op welke momenten? Doen jullie dat vooral alleen, of ook samen? Vervolgens kun je samen kijken naar manieren om bewuster met media om te gaan. Als kinderen vooral in hun eentje YouTube kijken op een smartphone of tablet, kun je ouders bijvoorbeeld adviseren om eens mee te kijken.”
Speelt het mediagebruik van ouders zelf ook nog een rol in de opvoeding?
“Zeker. We zien dat veel ouders zich nog te weinig bewust zijn van hun eigen mediagedrag. Kinderen hebben aandacht van hun ouders nodig. Dat betekent dat ouders voldoende beschikbaar moeten zijn. Schermen staan die beschikbaarheid vaak in de weg. Het is belangrijk dat ouders zich daarvan bewust zijn. Ook hier gaat het niet om goed of fout. Het is echt niet erg als ouders af en toe hun telefoon checken als ze samen met hun kind zijn. Maar wel met mate. Kinderen kijken bij alles wat ze doen naar hun ouders. Zij zijn hun voorbeeld. Ze kijken naar hun emoties, hoe ze op anderen reageren. Een scherm staat letterlijk tussen ouder en kind in. Zo kan het de ontwikkeling van kinderen belemmeren.”
Zijn er ook dingen die je als professional beter niet kunt doen?
“Voorkom dat je oordeelt over de manier waarop ouders omgaan met media. Ga ook niet met opgeheven vinger vertellen hoe het wél moet. Op die manier creëer je juist een barrière, terwijl je juist wil stimuleren dat ouders vrijuit praten. Laat dus je eigen oordeel los, en praat met ouders vanuit interesse. Als je begint vanuit begrenzing en repressie sla je de plank mis.”
Hoe begeleid ik als professional ouders in mediaopvoeding? Drie tips.
1. Vergelijk mediaopvoeding met leren fietsen
Kinderen leren heel veel onder begeleiding. Denk aan zelfstandig inslapen, leren fietsen en alleen naar school lopen. Maar bij mediagebruik zijn kinderen vaak helemaal op zichzelf aangewezen. Als je deze vergelijking maakt, is het belang van mediaopvoeding makkelijker te begrijpen. Daarna kun je samen met de ouders bespreken hoe ze hun kind kunnen en willen begeleiden in het omgaan met media.
2. Focus niet op schermtijd, maar op mediamomenten
Veel ouders zijn op zoek naar concrete adviezen over schermtijd. Het is als professional belangrijker om te kijken naar de functie die media in het gezin heeft. Op welke momenten worden media gebruikt? En wanneer is er tijd voor andere dingen? Als je een uur schermtijd verdeelt over de hele dag, is dat niet per se lang. Zeker niet als ouders samen met hun kind media gebruiken. Het is anders als een kind een uur lang alleen achter een scherm zit. Focus als professional daarom niet op schermtijd, maar op het mediamoment.
3. Benadruk het belang van verveling en ongemak
Ouders gebruiken media vaak als hun kind moe is, of zich verveelt. Of als hun kind zeurt als er visite is. Media worden dan gebruikt als een soort digitale speen. Soms kan dat makkelijk zijn. Maar negatieve emoties hebben natuurlijk ook een functie. Als een kind zich verveelt of gefrustreerd is, leert het daarvan. Het moet bijvoorbeeld oefenen met geduld hebben. Media inzetten kan dus op korte termijn voordelen opleveren, maar ouders missen zo kansen en leermomenten die op de lange termijn iets opleveren voor hun kind.