Alles over een Gezonde Leefstijl Op School

Beweegcirkel helpt professional om anderen meer te laten bewegen

Gebaseerd op beweegrichtlijnen

Hoe begeleid en stimuleer je als professional stapsgewijs anderen om meer te gaan bewegen? Met dat doel ontwikkelde Kenniscentrum Sport, in samenwerking met Panton, de Beweegcirkel.

De Beweegcirkel is een tastbaar gelamineerd boekje dat je gemakkelijk mee kunt nemen. De Beweegcirkel is voornamelijk gericht op de volgende drie groepen: jongeren (12-18 jaar), ouders (25-40 jaar) van jonge kinderen (4-12 jaar) en ouderen (65+). De beweegrichtlijnen vormen de basis van de cirkel.

De Beweegcirkel bevat 5 stappen die helpen om meer beweging in je dag te brengen. Deze stappen zijn gebaseerd op principes uit gedragsverandering en geven de gebruiker inzicht in zijn eigen beweeggedrag. Daarnaast bieden de stappen de mogelijkheid om plannen te maken om meer te gaan bewegen. Bij elke stap worden voorbeelden genoemd die kunnen helpen om doelen te stellen.

De 5 stappen

Stap 1: Wat doe jij op een dag?

De eerste stap is in kaart brengen wat iemand al doet qua beweging. Inzicht in huidig beweeggedrag is belangrijk om vanuit daar te kijken of het iemand extra beweegmomenten kan gebruiken.

De stap is ingedeeld in ochtend, middag en avond. Deze indeling maakt het wat gemakkelijker om na te denken over de beweegmomenten die iemand heeft. Voor veel mensen is het namelijk lastig om in één keer naar de gehele dag te kijken. Vind iemand het lastig om dit in te vullen, dan kan het helpen om hem te vragen een gemiddelde dag te beschrijven. Jij als professional kan dan de beweegmomenten uit die beschrijving filteren.

Elke beweging telt: het huis schoonmaken, spelen met de kinderen, hond uitlaten en een uurtje zweten in de sportschool.

Heb je deze stap gezamenlijk ingevuld, dan kun je samen kijken naar de momenten op een dag waarin iemand meer kan bewegen. Is dat de ochtend? Of misschien wel de middag?

Stap 2: Welke beweegactiviteiten kun je doen?

Stap 1 geeft inzicht in wat iemand al doet. Stap 2 helpt om inspiratie te krijgen voor meer beweging en om een doel te stellen.

Om bewegen zo laagdrempelig mogelijk te maken hebben we voorbeelden per situatie gegeven: in huis, om huis en buitenshuis.

Nu duidelijk is wat iemand al doet aan beweging en wat er nog meer mogelijk is, kan je samen een doel opstellen. Wat wil iemand bereiken?

Het helpt om het doel concreet te maken. ‘’Gezonder worden’’ is te vaag om écht motivatie uit te halen. 1000 stappen meer per dag zetten, of de trap oplopen zonder buiten adem te raken zijn doelen die iemand zelf in de gaten kan houden, waarbij je snel progressie ziet én die haalbaar zijn. Dit werkt motiverend. Concrete doelen stellen zijn vaak lastig. Voor jou als professional een mooie rol om daarbij te helpen.

Vanuit het doel dat iemand heeft, kan je gezamenlijk kijken wat die persoon kan doen om dat doel te bereiken. Om bewegen vol te houden is het belangrijk dat iemand iets doet wat hij leuk vindt. Misschien zat er iets leuks tussen de voorbeelden in de Beweegcirkel.

Let er op dat de gebruiker iets gaat doen wat hij én leuk vindt, én wat bijdraagt aan het doel.

Extra inlegvellen Beweegcirkel nodig?

De invuloefeningen in de cirkel kan je de eerste paar keer gebruiken. Download de pdf van de invuloefeningen en print ze. Zo kun je oneindig gebruik maken van de Beweegcirkel!

Download de invuloefeningen

Stap 3: Wat past in jouw dag?

In stap 3 ga je de beweegactiviteit indelen in de dag. Hierbij kan je Stap 1 weer terugpakken: in welk dagdeel is het mogelijk om meer te bewegen? Het kan zijn dat dit voor elk moment is. Het is geen probleem om dan drie dingen in te vullen. Let er wel op dat de gebruiker niet té ambitieus is in het begin. Als professional kan je inschatten of de doelen en de momenten die iemand plant, ook haalbaar zijn.

Deze stap maakt gebruik van ‘Als, dan plannen’. Het formuleren van een plan op deze manier maakt het concreter en dit helpt in het uitvoeren en volhouden. Het zorgt er namelijk voor dat iemand op het moment zelf geen beslissing meer hoeft te maken. Deze is al eerder gemaakt: tijdens het formuleren van het als-dan plan.

Stap 4: Ga ervoor!

Na het maken van alle plannen is het tijd om aan de slag te gaan. Meer bewegen, en dus gedrag veranderen, gaat niet zonder tegenslagen en moeilijke momenten. In deze stap kan je achterhalen wat voor de gebruiker zelf moeilijke momenten kunnen zijn. Is dat ‘s avonds op de bank? Of in het weekend? Het (h)erkennen van moeilijke momenten helpt om er mee om te gaan. Ook hier kan je een plan maken om het bewegen vol te blijven houden, ondanks de onvermijdbare moeilijke momenten.

Om bewegen vol te houden werkt belonen stimulerend. Bespreek met de gebruiker wat hij graag doet om zichzelf te belonen en zo het bewegen vol te blijven houden.

Stap 5: Welke vervolgstap zet jij?

De laatste stap is de mogelijke vervolgstap. Wil iemand misschien nog meer gaan bewegen? Of toch iets anders gaan doen?

Het moment waarop je aan deze stap kan beginnen, is erg afhankelijk van de situatie van de gebruiker. Misschien heeft hij het wel nodig om wat langer met stap 4 bezig te zijn en om de zoveel tijd weer even te bespreken wat er goed gaat en wat nog lastig is. Zoals eerder gezegd: gedrag is niet zomaar veranderd.

Merk je nou dat de persoon met wie je in gesprek bent toe is aan iets nieuws, pak dan vooral stap 5 erbij. Hier vind je voorbeelden voor wat iemand kan doen als het al heel goed gaat. Maar ook als het nog niet zo goed gaat kun je stap 5 bespreken. Hier staan namelijk tips om om te gaan met moeilijke momenten en bewegen vol te houden.

Bestel hier de Beweegcirkel.