Alles over een Gezonde Leefstijl Op School

COC en Rutgers willen strengere onderwijsnormen voor seksuele voorlichting en diversiteit

Volgens het COC en Rutgers moeten er strengere onderwijsnormen voor seksuele voorlichting en diversiteit komen. De organisaties doen deze oproep nadat uit onderzoek van Rutgers naar voren kwam dat weliswaar 98 procent van de basisscholen aan seksuele voorlichting doet, maar dat een derde van de scholen geen aandacht besteedt aan seksuele diversiteit. Ook bleek dat slechts 40 procent van de scholen een erkende lesmethode gebruikt, die specifiek bedoeld is voor relationele en seksuele vorming.

Rutgers deed het onderzoek naar aanleiding van het vijftienjarig bestaan van de Week van de Lentekriebels. In totaal hebben 414 schoolleiders in februari 2020 een online vragenlijst ingevuld, die was uitgezet door DUO Onderwijsonderzoek. De steekproef was representatief voor alle Nederlandse scholen wat betreft vakantieregio en denominatie.

Uit het onderzoek kwam naar voren dat 98 procent van de basisscholen aan seksuele voorlichting doet, waarvan 90 procent structureel en 10 procent incidenteel. De aandacht per groep stijgt van 44 procent in groep 1 tot 95 procent in groep 8.

De onderwerpen die het meest aan bod komen tijdens de lessen relationele en seksuele vorming zijn vriendschap (93%), verliefdheid en verkering (91%) puberteit (87%), en seksuele weerbaarheid (79%). Het onderwerp dat het minst aan de orde komt in de lessen, is seksueel plezier. Slechts 33% van de scholen besteedt hier op enig moment aandacht aan. Opvallend is verder dat ruim een derde van de scholen (35 procent) geen aandacht besteedt aan seksuele diversiteit en dat slechts 40 procent een door het RIVM goedgekeurde erkende lesmethode gebruikt.

Naar aanleiding van de cijfers pleiten het COC en Rutgers voor strengere onderwijsnormen voor seksuele voorlichting en diversiteit. Rutgers-expert Elsbeth Reitzema zei hierover tegen de NOS: “Scholen mogen nu zelf invullen hoe ze aandacht aan dit thema besteden. Dat moet specifieker, scholen moeten beter weten wat er van ze verwacht wordt. De politiek is hierin aan zet.” Reitzema is geschrokken over de cijfers over seksuele diversiteit, omdat volgens haar het niet alleen van belang is dat kinderen onderwijs krijgen over hun eigen lichaam en relaties, maar ook dat zij jong leren over seksuele diversiteit. “Jonge kinderen kunnen zelf al homoseksuele gevoelens hebben. Hen moet je meegeven dat die gevoelens oké zijn, zodat ze zich geaccepteerd voelen.” Reitzema voegt daaraan toe dat divers seksueel onderwijs ook nodig is voor kinderen die hetero zijn. “Zij moeten leren dat zulke gevoelens normaal zijn en niet iets is om anderen mee te pesten.”

Het COC herkent de conclusie van het Rutgers. Volgens de organisatie hebben veel scholen nog te weinig aandacht voor seksuele- maar ook voor genderidentiteit (bijvoorbeeld transgender zijn) en is dat een ernstige zaak. Als kinderen vanuit de media bijvoorbeeld stereotype denkbeelden over homo's meekrijgen en daar in hun omgeving en op school niet over gepraat wordt, veranderen die denkbeelden niet, zegt het COC.

Volgens de organisatie kan het bijvoorbeeld werken om een gast uit te nodigen die zelf homo of lesbisch is. Die persoon kan dan voor de klas hierover praten. COC-woordvoerder Jan-Willem de Bruin: “Aan het eind van de les vinden de kinderen homoseksualiteit dan misschien nog steeds raar, maar hebben ze wel meer empathie voor de ander gekregen en snappen ze beter dat iederéén zichzelf wil kunnen zijn. Dat is al een stap.”