Alles over een Gezonde Leefstijl Op School

Het effect van bewegen in de klas op leerlingen in het vo en mbo

Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek geeft antwoord

Een lerarenopleider vo/mbo stelde aan het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek de volgende vraag: Is het waar dat bewegen in de les de taakgerichtheid en concentratie verbetert van leerlingen in het vo/mbo, en zo ja, wat is dan het verklarend mechanisme?

Bewegen in de klas heeft positieve effecten op aandacht en cognitie. Een kwartier matig tot intensief bewegen lijkt de gunstigste invloed te hebben. De sterkste effecten zijn gevonden voor fysieke activiteit die tevens cognitief uitdagend is. Het is echter onbekend of deze effecten ook bij adolescenten optreden. Wel is bekend dat bewegen op zich een positieve uitwerking heeft op aandacht, impulsbeheersing en taakgericht gedrag. Dat komt vermoedelijk door veranderingen in de hersenen, zoals een verbeterde doorbloeding en verhoogde hormoonniveaus.

Er zijn twee manieren om te bewegen in de klas: bewegend leren en beweegbreaks. Bij de eerste manier gaat het om integratie van beweging in leertaken. Voorbeelden zijn springen tijdens het maken van tafels in de rekenles, of het doen van squats tijdens het spellen bij taal. De andere wijze is onderbreking van het leren, bijvoorbeeld door een kwartiertje te dansen, springen of rennen.

Acute effecten van beweging

Het basisonderwijs zet bewegend leren en beweegbreaks regelmatig in. Dat heeft positieve effecten op selectieve aandacht, impulsbeheersing en taakgericht gedrag. Selectieve aandacht verwijst naar de capaciteit om een taak af te maken zonder afgeleid te worden door prikkels van buitenaf. Impulsbeheersing is het vermogen om impulsen te beheersen en ongewenst gedrag te onderdrukken. Beide zijn cognitieve functies die belangrijk zijn voor presteren op school.

Over effecten van bewegend leren en beweegbreaks bij leerlingen in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs is weinig bekend. Bij deze leeftijdsgroep is enkel gekeken naar effecten van beweging buiten het klaslokaal, bijvoorbeeld in de gymzaal of op het schoolplein. Over het algemeen zijn die effecten vergelijkbaar met die in het basisonderwijs. Een kwartier matig tot intensief bewegen heeft de gunstigste effecten op aandacht, impulsbeheersing en taakgericht gedrag. Beweging van vijf minuten of minder, of op een laag intensiteitsniveau, is weinig effectief.

Cognitief uitdagend bewegen brengt sterkere acute effecten teweeg op aandacht, impulsbeheersing en taakgericht gedrag dan puur aerobe fysieke activiteit. Dat geldt voor alle leerlingen. Het daagt leerlingen uit op fysiek en op cognitief vlak. Dat kan door activiteiten met complexe regels of door activiteiten waarbij leerlingen nieuwe bewegingen moeten aanleren.

Neuropsychologische veranderingen in de hersenen

Het is lastig om de onderliggende mechanismen van beweging en acute effecten aan te tonen. De studies verschillen sterk van elkaar in het type en de intensiteit van beweging die ze onderzoeken. Over het algemeen blijkt dat een beweegsessie leidt tot een verbeterde doorbloeding van de hersenen, en een toename in hormoonniveaus (onder anderen dopamine) en groeifactoren. De verwachting is dat deze veranderingen in de hersenen leiden tot verbeterde aandacht, impulsbeheersing en taakgericht gedrag, wat vervolgens bijdraagt aan schoolse prestaties. De intensiteit van beweging lijkt hierbij van belang; hoe hoger de intensiteit, hoe zichtbaarder de effecten.

Cognitieve uitdaging tijdens het bewegen wordt verondersteld belangrijk te zijn. ‘Nadenkend bewegen’ activeert namelijk cognitieve processen en hersengebieden die personen ook gebruiken bij cognitieve taken. Dit is echter een hypothese. Het is niet bekend op welke wijzen veranderingen in activatie van hersengebieden die zowel betrokken zijn bij cognitie als bij beweging, de effecten van cognitief uitdagende beweging verklaren.

Tot slot, leerlingen vinden bewegen in de klas leuk. Dit heeft positieve gevolgen voor hun stemming. En dat levert naar verwachting eveneens een bijdrage aan een verbeterde aandacht en meer taakgericht gedrag tijdens de les.

Meer weten?

Lees het volledige rapport opgesteld als antwoord op deze vraag, inclusief geraadpleegde bronnen.