Alles over een Gezonde Leefstijl Op School

Branchepartijen kinderopvang: gezamenlijk werkwijze inspectie opstellen

Reactie op leidraad GGD inspecteurs

De Wet IKK liet ruimte voor discussie waar het gaat om (het toezicht op) het vaste gezichtencriterium en de drieuursregeling. Daarom hebben de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, GGD-GHOR (de koepelorganisatie van de GGD'en) en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onlangs een werkwijze geschreven die als leidraad dient voor de GGD inspecteurs. BOinK en de werkgeversorganisaties Brancheorganisatie Kinderopvang (BK) en Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) vinden dat er in deze leidraad nog te veel ruimte is voor ongelijke behandeling. Ze bieden daarom aan om de werkwijze gezamenlijk te herschrijven, zodat een duidelijk en landelijk uniforme werkwijze voor de toezichthouders tot stand kan komen.

Dat schrijven de branchepartijen BK, BMK en BOinK in een gezamenlijk brief aan de VNG, GGD-GHOR Nederland en het Ministerie van SZW.

In het advies van VNG, GGD-GHOR en het ministerie van SZW over de ruimte die een toezichthouder heeft bij het toezicht op het vaste gezichtencriterium en de drieuursregeling, wordt ingegaan op de situatie waarin een kinderopvangorganisatie er alles aan heeft gedaan om zich aan de regels te houden. Er zijn voldoende structurele maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat er aan de regels wordt voldaan, maar door overmacht is dat nu niet gelukt. Het belang van de kinderen wordt daarbij niet geschaad. In dat geval adviseren de VNG, GGD-GHOR en SZW dat een toezichthouder geen overtreding noteert.

BK, BMK en BOinK maken zich nu zorgen over de invulling van de termen ‘overmacht’ en ‘het belang van de kinderen’. Ze vragen zich af hoe de inspecteurs van de GGD'en zonder specifieke kaders moeten beslissen of sprake is van ‘overmacht’. Ook is niet duidelijk wat onder ‘het belang van de kinderen’ wordt verstaan.

Wat is ‘overmacht’?

Met betrekking tot het vaste gezichtencriterium, hebben de gezamenlijke brancheorganisaties het standpunt dat er niet alleen sprake is van overmacht bij onvoorziene omstandigheden (bijvoorbeeld plotselinge ziekte of calamiteiten), maar ook, als gevolg van de toenemende personeelstekorten, bij voorzienbare omstandigheden (bijvoorbeeld verlof, scholing). De branchepartijen vragen zich af of alle inspecteurs zich hiervan bewust zijn.

Rechtsongelijkheid

De branchepartijen verwachten hierdoor verschillen in inzicht tussen inspecteurs en daarmee rechtsongelijkheid voor de kinderopvangorganisaties. BK, BMK en BOinK pleiten er daarom voor dat de afweging van de inspecteur in de inspectierapporten zo transparant mogelijk en voldoende gemotiveerd wordt opgenomen.

De organisaties hopen dat de aangekondigde aanpassing van de Beleidsregel werkwijze toezichthouder kinderopvang per 1 januari 2020, bedoeld om de toezichthouders en handhavers te ondersteunen om invulling te geven aan de nieuwe werkwijze, deze duidelijkheid wel gaat bieden. De organisaties bieden daarom aan om mee te werken aan het opstellen van de werkwijze.

Lees hier de brief van de branchepartijen.