Alles over een Gezonde Leefstijl Op School

“Als je niet praat over pesten, gaat er ook niks veranderen”

Pesten op school kan veel pijn en verdriet veroorzaken. Jeroen* (11) werd op zijn vorige basisschool zo erg gepest dat hij niet meer naar school durfde te gaan. Nu zit hij op een basisschool die hard werkt aan een positief en veilig schoolklimaat. Een omgeving waar kinderen worden gezien en gehoord. En waar wordt ingegrepen bij pesten. Antipestcoördinator Karola en Jeroen delen op de website van het Nederlands Jeugdinstituut hun ervaringen met pesten. En ze bespreken hoe je pestgedrag op school voorkomt en aanpakt.

Een verleden van pesten

Schoppen, slaan, schelden en rondduwen alsof het een spel was. Zo omschrijft Jeroen het pestgedrag op zijn vorige basisschool. Hij vertelt openlijk over zijn pestverleden. Antipestcoördinator Karola, van zijn huidige school, vindt dit erg moedig. “Het is niet niks wat Jeroen heeft meegemaakt en het is knap dat hij zijn verhaal wil delen. Hier kunnen anderen veel van leren.”

Het pesten vond vooral plaats in de pauzes. Zelfs wanneer de leraren ook buiten aanwezig waren en toekeken. “Als ik iets over het pesten zei tegen de leraren, dan beloofden ze erop te letten. Amper tien seconden later gebeurde het gewoon weer en deden de leraren niks. We hadden ook nog eens best lange pauzes, dus daar zag ik steeds meer tegenop.”

Door de jaren heen werd het pesten volgens Jeroen steeds erger. Wat begon als onschuldige grapjes, groeide uit tot heftig pestgedrag. Het pesten werd zo erg, dat hij niet meer naar school durfde. Hij herinnert zich zelfs een ochtend waarop hij zich onder zijn knuffels verstopte. Hij hoopte dat zijn moeder zou denken dat hij afwezig was en de school zou bellen om hem af te melden. Vaak keerde hij huilend terug naar huis en zocht troost bij zijn knuffels. “Mijn knuffels waren de enigen die niets zeiden wat niet fijn voelde.”

Niet genoeg hulp

Nergens vond Jeroen de hulp die hij zo hard nodig had. Zijn ouders gaven goedbedoelde adviezen waar hij niks mee kon. Zoals gewoon je schouders ophalen en weglopen. “Als ik dat deed dan werd ik juist nog erger gepest. Ik kon echt niet bedenken hoe ik onder het pesten uit kon komen. Terugvechten was sowieso geen goed idee.”

Ook zijn klasgenoten hielpen hem niet. Zij waren bang om zelf het doelwit van pesten te worden. “Klasgenoten zagen het gebeuren, maar ze durfden niks tegen de juf te zeggen. Een keer is er een jongen voor mij opgekomen, toen de pesters mijn kleren in een vieze prullenbak hadden gegooid. Toen stopten ze even, maar daarna ging het pesten gewoon weer door.” Jeroen denkt dat de jongen besefte dat zijn hulp weinig effect had en daarom opgaf.

Karola vertelt dat de vorige basisschool van Jeroen niet wist hoe ze met hem om moesten gaan. “Hij werd vaak buiten de klas gezet met speelgoed, zoals Knex of Lego.” Karola verbaast zich erover dat sommige scholen nog steeds onvoldoende aandacht besteden aan pesten. Ze benadrukt dat elke school eigenlijk een anti-pestprotocol zou moeten hebben.

Een omgangsprotocol

Bij Karola op school wordt liever gesproken over een omgangsprotocol. “Dat betekent dat we niet straffen, maar dat we uitpraten, excuses aanbieden en vriendelijk zijn tegen elkaar. We zetten een norm en daardoor voorkomen we al veel pestgedrag.” De school heeft een preventieve aanpak, in plaats van achteraf in te grijpen. Ze hebben bijvoorbeeld altijd een “afspraak van de maand” voor kinderen. Kortgeleden was die afspraak bijvoorbeeld: iedereen mag meespelen. “Zo helpen we kinderen herinneren hoe ze met elkaar om moeten gaan”, vertelt Karola.

“Zo’n omgangsprotocol zorgt voor een veilig klimaat”, vervolgt Karola. “Een veilig klimaat betekent dat je mag zijn wie je bent. Dat is wat wij uitdragen. Hoewel kinderen gedrag kunnen vertonen dat niet altijd begrepen wordt, is het belangrijk om samen je best te doen het te leren begrijpen. Je hoeft niet iedereen aardig te vinden, maar je moet wel tegen iedereen respectvol zijn. Dit fundament is sterk aanwezig op school.”

Open communicatie

Het elkaar leren begrijpen was ook een belangrijk punt toen Jeroen op zijn huidige school begon. Dit ging niet direct goed, maar Jeroen probeert nu beter uit te leggen wat er met hem gebeurt en hoe hij zich voelt. Een groot verschil is dat hij nu Karola kan benaderen als klasgenoten hem niet begrijpen.

Karola: “Ik ben meteen met de hele klas in gesprek gegaan. Door begrip te tonen voor klasgenoten die moeite hebben met het gedrag van Jeroen, ontstond er openheid. Dit gaf ruimte om uit te leggen waarom Jeroen soms zo doet en waar zijn gedrag vandaan komt. Maar ook met Jeroen ben ik het gesprek aangegaan over actie-reactie. De nadruk ligt hierbij op het vinden van oplossingen en het aanmoedigen van gesprekken.”

Zonder waardeoordeel het gesprek aangaan

Karola benadrukt het belang van neutraliteit. Als leraar is het belangrijk om geen waardeoordeel te hebben. En iedereen de ruimte te geven om te spreken. “Hoe boos je ook bent”, zegt Karola. “Neutraliteit zorgt ervoor dat je de deur opent voor een goed gesprek. Je bent misschien streng, maar je klinkt niet boos en daardoor ervaren kinderen rechtvaardigheid. Wat er ook uit de gesprekken komt, het wordt op een redelijke manier behandeld. En daarmee creëer je veiligheid.”

Betrek ouders

Een punt dat Karola schrijnend vindt aan het verhaal van Jeroen is dat zijn ouders nooit zijn betrokken bij het pestprobleem. Ook Jeroen geeft aan dat hij dit erg belangrijk vindt op school. “Als een kind vertelt dat die gepest wordt of ziet dat een ander kind gepest wordt, neem het dan serieus en grijp in. Vergeet vooral niet de ouders te betrekken. Door ouders er buiten te houden of bijna niks te vertellen gaat een pester denken: zolang ik geen straf krijg maakt het niet uit wat ik doe.”

Karola: “Op het moment dat er bij ons iets gebeurt informeren wij de ouders direct en nodigen wij ze uit voor een gesprek. Maar we vragen ook aan ouders om ons op de hoogte te houden. Laat ons weten waar je kind mee thuiskomt. Want wij zien veel maar zeker niet alles.' Deze openheid zorgt ervoor dat ouders en kinderen sneller aan de bel trekken. 'Dit voorkomt veel problemen. Ouders weten gewoon dat de school ingrijpt als er iets gemeld wordt. De veiligheid van de leerlingen staat voorop, pas daarna komen andere zaken aan bod.”

*Vanwege privacyredenen is Jeroen niet de echte naam van de leerling

Tips van Jeroen voor leraren

1 Praat over pesten op school

Op school moeten ze laten zien wat pesten is. En vertellen dat het niet mag. Dan weten kinderen wat ze moeten doen als ze pesten zien. Als je kinderen niet uitlegt wat er kan gebeuren of wat het met iemand doet, gaat er ook niks veranderen.

2 Loop rond op plekken waar je normaal niet komt

Leraren moeten door de hele school lopen en overal kijken. Soms gebeurt pesten op plekken waar ze niet altijd zijn. Als ze overal kijken, kunnen ze het zien en stoppen.

3 Verbeter de vriendschap tussen klasgenoten

Organiseer activiteiten waardoor klasgenoten elkaar beter leren kennen. Zodat je bevriend kunt raken en eerder voor elkaar opkomt.

4 Ouders erbij betrekken

Als het pesten blijft doorgaan of als er veel kinderen bij betrokken zijn, moeten de ouders weten wat er aan de hand is. Dan kunnen ze thuis ook praten en helpen om het pesten te stoppen.

Tips van Karola voor onderwijsprofessionals

1 Ondersteun leerkrachten

Ondersteun leerkrachten bij het creëren van een veilig klimaat. Dit doe je door hen te adviseren om neutraal en rechtvaardig te zijn, open communicatie aan te moedigen en de ruimte te geven voor gesprekken.

2 Blijf op de hoogte

Gebruik actuele media en technologie om op de hoogte te blijven van pestgedrag, zelfs online. Neem actie tegen pesten, zowel op school als in de online omgeving.

3 Verbeter de relatie tussen kinderen

Implementeer programma's en activiteiten die positief gedrag en samenspelen bevorderen. Zorg ervoor dat deze initiatieven worden ondersteund door het hele team en de ouders.

4 Groots aanpakken als nodig

Als er sprake is van ernstig pestgedrag, neem dan de nodige stappen om dit grondig aan te pakken. In sommige gevallen kan een grootschalige interventie met ouders en alle betrokkenen nodig zijn om tot een oplossing te komen.