Als leraar wil je een veilige en vertrouwde leeromgeving creëren. Een harmonieuze omgeving waar minder ruimte is voor pestgedrag. Zodat elke leerling zich geaccepteerd voelt en tot bloei kan komen. Een veilige omgeving is immers cruciaal voor leerlingen om tot leren te komen, maar ook voor het mentale welzijn van de hele groep én voor jou als leraar. Maar hoe creëer je zo’n positieve en veilige omgeving? Het is namelijk niet altijd even makkelijk om dat voor elkaar te krijgen. Ook omdat de context van middelbare scholen extra uitdagend is: je ziet als leraar je leerlingen maar een paar uur per week, je hebt te maken met wisselende klassensamenstellingen en je hebt veel verschillende collega’s. Toch kun jij als leraar écht het verschil maken voor jouw klas.

Hoe je dat doet, lees je in de publicatie: ‘Werken aan een positieve sfeer in de klas – vijf tips om pesten te voorkomen’. In samenwerking met wetenschappers verzamelde Stichting School & Veiligheid vijf wetenschappelijk onderbouwde, praktische tips waarmee je direct aan de slag kunt. Hiermee krijg je concrete handvatten om een belangrijke bijdrage te leveren aan het voorkomen van pesten.

De vijf tips om pesten te voorkomen

• Werk nauw samen met je collega’s; pesten voorkomen kun je niet alleen.
• Investeer in een goede relatie met je leerlingen; een goede band heeft een positief effect op de individuele leerling én de hele klas.
• Stel positieve groepsnormen op, leef ze voor en bewaak ze gezamenlijk; positieve groepsnormen dragen bij aan een veilig en open groepsklimaat.
• Steek tijd en energie in het bevorderen van positieve sociale relaties tussen leerlingen; positieve relaties versterken de sociale cohesie van de groep en zorgen voor meer sociale steun onderling.
• Werk aan goed contact met ouders/verzorgers; een goede samenwerking tussen school en ouders draagt bij aan het voorkomen van pesten.

Bij elke tip wordt aangegeven wat de wetenschap ervan zegt en komen leraren aan het woord. Daarnaast zijn er per tip punten om praktisch mee aan de slag te gaan.

Werk nauw samen met je collega’s

Punten:

• Eén team, één taak
• Meten is weten
• Bespreek niet-pluisgevoelens met je collega’s
• Wees open en leer van elkaar

Investeer in een goede relatie met je leerlingen

Punten:

• Ken je leerlingen
• Leerlingen prijzen
• Aandacht voor autonomie
• Benaderbaarheid en ondersteuning
• Onderhoud de goede band
• Reflecteer op je eigen handelen

Stel positieve groepsnormen op, leef ze voor en bewaak ze gezamenlijk

Punten:

• Betrek je leerlingen
• Online omgang
• Populariteit en rolmodellen
• Geef het goede voorbeeld
• Positief gedrag bekrachtigen
• Begrens en houd verbinding

Steek tijd en energie in het bevorderen van positieve sociale relaties tussen leerlingen

Punten:

• Leer elkaar kennen
• Coöperatief leren
• De leraar als rolmodel
• Begeleide groepsgesprekken

Werk aan goed contact met ouders/verzorgers

Punten:

• Maak tijd voor kennismaking
• Bespreek wederzijdse verwachtingen
• Gelijkwaardige partners
• Informeel en regelmatig contact
• Betrek de leerling bij het contact
• Informeren

De publicatie is hier te downloaden.