Alles over een Gezonde Leefstijl Op School

Hoe help je als docent lichamelijke opvoeding kinderen bij een gezonde leefstijl?

Als docent lichamelijke opvoeding weet je dat het voor sommige kinderen een uitdaging is om genoeg te bewegen. Maar hoe kun jij als docent jouw leerlingen hierbij begeleiden en motiveren? Rebecca Beck van het Kenniscentrum Sport zette wat praktische instrumenten en tips op een rijtje die jij als docent kunt inzetten om kinderen te helpen bij een gezonde leefstijl.

Eerst even een paar cijfers. Allereerst de Beweegrichtlijn. Die schrijft voor kinderen van 4 tot 18 jaar voor:

  • Eén uur per dag matig intensief bewegen. Daarbij gaat het om het krijgen van een hogere hartslag en een versnelde ademhaling. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij fietsen, trampolinespringen of paardrijden.
  • Drie keer per week bot- en spierversterkende oefeningen. Botversterkend zijn activiteiten waarbij je lichaam met je eigen gewicht wordt belast, zoals springen, traplopen, hardlopen en dansen. Spierversterkend zijn activiteiten die kracht en uithoudingsvermogen van de spieren verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan hardlopen, voetballen, tennissen of fitnessen.
  • Lang niet alle kinderen voldoen aan de Beweegrichtlijn. Bij kinderen van 4 t/m 11 jaar voldoet 55,9 % aan de Beweegrichtlijn, bij kinderen van 12 t/m 17 jaar slechts 40,5%.

Dan de harde realiteit:

Hoe staan je leerlingen ervoor?

Er is een korte Beweegtest beschikbaar, die inzicht geeft in het beweeggedrag van kinderen. Je kunt de test invullen samen met een kind vanaf 4 jaar. Met de resultaten kun je zien wat er al goed gaat en op welke leuke, eenvoudige manieren een kind meer beweging in zijn of haar dag kan brengen. De uitslag van de test helpt ook om makkelijker in gesprek te gaan over bewegen. Als docent kun je de test samen met een leerling invullen, of je kunt ouders vragen dit te doen.

Beweeginterventies voor scholen

Er bestaan veel verschillende zogenoemde interventies om kinderen meer te laten sporten en bewegen. Een compleet overzicht vind je op www.sportenbeweeginterventies.nl. Rebecca Beck beschrijfteen aantal voorbeelden die specifiek bijdragen aan het behalen van de beweegrichtlijnen vanuit het onderwijs.

The Daily Mile

Bij The Daily Mile loopt of rent de klas gezamenlijk een paar keer per week 15 minuten. Doel van deze aanpak voor kinderen vanaf groep 3, is het verhogen van het uithoudingsvermogen. Daardoor kunnen zij met plezier fysieke activiteiten langer volhouden.

Beweegwijs

Beweegwijs brengt structuur in de schoolomgeving en maakt het plein geschikt voor meer speelplezier en bewegend leren. Het wordt een plek waar elk kind zich veilig voelt om te spelen. Deze speelpleinmethode maakt zes verschillende zones op het speelplein, met spelvormen en materialen die aansluiten bij de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Voor schooltijd, tijdens de pauzes, bij de opvang en na schooltijd kan een kind zelf kiezen in welke zone hij of zij wil spelen.

PLAYgrounds

Wist je dat 60% van de kinderen niet tot bewegen komt tijdens de pauze door onder andere de sociale hiërarchie die heerst op een plein? Vaak bepaalt de meest vaardige speler het spel, waardoor kinderen die minder vaardig zijn niet of beperkt kunnen meespelen. Terwijl deze kinderen juist voldoende moeten spelen en bewegen om vaardiger te worden. De PLAYgrounds aanpak zorgt voor een pedagogisch veilige omgeving, waarin kinderen uitgedaagd worden om op hun eigen niveau te bewegen. Na een fijne en actieve pauze kunnen kinderen weer met nieuwe energie aan de les beginnen.

Schoolsportvereniging

Met het concept Schoolsportvereniging werken scholen en sportverenigingen samen om het sportaanbod dichterbij de kinderen te brengen. Met als ultiem doel structureel en duurzaam sporten, door een lidmaatschap bij een sportvereniging. Trainers van de sportverenigingen verzorgen direct na schooltijd trainingen op school of in de buurt. Hiermee wordt de drempel om te sporten zo laag mogelijk gemaakt. Jouw leerlingen kunnen hiermee maximaal twee jaar binnen de schoolsportvereniging een sport beoefenen. Daarna moeten ze doorstromen naar het reguliere aanbod van de vereniging.

Brainbreaks en energizers

Veel leerkrachten in het basisonderwijs gebruiken energizers tijdens de les om de aandacht er weer bij te houden. Energizers (of brain breaks) zijn korte beweegmomenten van 5 tot 10 minuten. Onderzoek laat namelijk zien dat kinderen – na een korte beweegbreak – hun aandacht langer kunnen vasthouden op schooltaken. Even ontspannen en/of energie kwijtraken om daarna weer fris aan de slag te kunnen.

Extra tips voor meer beweging

Rebecca Beck geeft docenten lichamelijke opvoeding ook nog wat extra tips voor meer beweging:

  • Besteed in de gymles aandacht aan een uur matig intensief bewegen, maar ook aan spier- en botversterkende activiteiten. Inventariseer samen met de leerlingen wat zij leuk vinden om te doen.
  • Zet in op kleine stapjes bij inactieve leerlingen. Elke extra beweging gedurende de dag helpt, zoals een blokje om of buiten spelen.
  • Of wijs de leerlingen op de meerwaarde van actief transport naar school. Het percentage kinderen die met de auto naar school gebracht worden stijgt. Onderzoek laat zien dat kinderen uit groep 5-8 zelf aangeven dat ze liever met de fiets naar school gaan, dan dat vader of moeder ze brengen met de auto. Een mooi voorbeeld is het organiseren van ‘wieltjesdagen’ waar kinderen op fiets, step, skates of skateboard naar school mogen.