Alles over een Gezonde Leefstijl Op School

‘Welbevinden moet eerste certificaat zijn’

Voordat Openbare basisschool It Tredde Sté in het Friese Jirnsum het vignet voor Relaties en seksualiteit van Gezonde School behaalde, was Welbevinden al binnen. Niet meer dan logisch, vindt directeur Margreet van der Laan: “Dat moet altijd nummer één zijn.”

De directeur van It Tredde Sté is er uitgesproken in: “Een school die zich als Gezonde School wil profileren moet hoe dan ook het themacertificaat Welbevinden hebben. Daar staat of valt alles mee in mijn optiek. Je kunt pas andere thema’s uitwerken als je eerst de veiligheid op orde hebt.” En het behalen van dat eerste themacertificaat hoeft volgens Margreet van der Laan niet zo ingewikkeld te zijn.

Puntjes op de i

“Als je er als school al groot belang aan hecht dat leerlingen zich veilig en prettig voelen, is dat certificaat vermoedelijk zo behaald. Zo ging het bij ons ook. Het was alleen zaak dit nog net even naar een hoger plan te trekken en een aantal zaken vast te leggen. Toen was de aanvraag – waarbij Gezonde School-adviseur Lindy Feddema, ons hielp om de puntjes op de i te zetten – zo voor elkaar.” Toen Margreet hierna in aanraking kwam met de stimuleringsregeling Relaties en Seksualiteit van Gezonde School, wist ze meteen: ook voor dit onderwerp zijn wij intrinsiek gemotiveerd.”

Intrinsieke motivatie

Die intrinsieke motivatie is volgens Margreet essentieel. “Anders werkt het niet. Een thema moet al belangrijk zijn op school én er moet draagvlak voor zijn binnen het team. Bij ons stond iedereen er meteen 100% achter. Dat betekende overigens niet dat het niet spannend kan zijn om het onderwerp seks nog concreter handen en voeten te geven. Maar we zagen er allemaal het belang van in. En de lessen die we gingen gebruiken – Kriebels in je buik – bleken zo goed opgebouwd dat het bijna als vanzelf ging.”

Onze verplichting

Margreet vervolgt: “Omdat we er zelf zo achterstonden, konden we het ook goed uitdragen naar de ouders. Die stonden niet allemaal meteen te juichen. Maar wij konden hen uitleggen waarom we het als onze verplichting zien om ook dit onderwerp mee te nemen. We organiseren ook ouderavonden over seksuele ontwikkeling, waar we casussen bespreken en discussiëren over gezond gedrag. In het begin schuiven mensen vaak wat ongemakkelijk heen en weer maar met de juiste presentatie en de juiste sprekers – die ons worden aangereikt door onze Gezonde School-adviseur – is het ijs altijd snel gebroken.”

Voeding: nee

Wat betreft gezonde voeding kiest Margreet er daarentegen juist voor de verantwoordelijkheid bij de ouders te laten. “Wij willen bewust geen controleur van de broodbakjes worden. Wel schrijven we in onze schoolgids dat we gaan voor gezonde lunches en dat Marsen en Snickers daar niet bijhoren. Ook maken we duidelijk dat we de voorkeur geven aan gezonde traktaties. Maar nee: verder gaan we ons er niet mee bemoeien. Het vignet Voeding zit er dus niet in voor ons, maar dat is prima.”

Sport en bewegen?

“We zijn nu wel aan het kijken of we iets met Bewegen en sport kunnen doen,” vervolgt Margreet. “Want ook dat leeft erg bij ons. We hebben net een subsidie ontvangen die we inzetten om motorische remedial teaching aan de kinderen aan te bieden. Heel belangrijk, want motorische vaardigheden ondersteunen het cognitieve leren. Het certificaat kan ik helaas voorlopig nog niet aanvragen, omdat ik geen sportactiviteiten na school kan organiseren. We kijken nu of dat in samenwerking met onze buurschool en de organisaties van de kinderopvang wél lukt. Als dat duurzaam is, gaan we er wellicht wel voor.”

Vignet behouden

Want ook het feit of iets op de lange duur draagvlak zal hebben, is voor Margreet allesbepalend. Een themacertificaat moet immers om de drie jaar vernieuwd worden. “Dit onderstreept nogmaals het belang van de intrinsieke motivatie. Het heeft geen zin een certificaat te halen om het na drie jaar weer te verliezen omdat het thema niet echt op school leeft.”

Tips van Margreet

  • · Haal eerst Welbevinden, kijk van daaruit verder.
  • · Check wat de onderwerpen zijn die het meeste leven op school.
  • · Overleg met het team of iedereen zich 100% aan een onderwerp wil committeren.
  • · Besef dat leerkrachten door de lesprogramma’s aan de hand meegenomen zullen worden.
  • · Durf duidelijk keuzes te maken: dit doen we wel, dat doen we niet.