Alles over een Gezonde Leefstijl Op School

Bewegen in de kinderopvang: onduidelijkheid over aanbod en effectiviteit

Mulier Instituut brengt rapportage ‘Van jongs af aan vaardig in bewegen’ uit

Over het aanbod aan beweegactiviteiten in de kinderopvang en de mate waarin deze activiteiten zijn gericht op de ontwikkeling van beweegvaardigheden is nog veel onduidelijkheid. Het ontbreken van duidelijke richtlijnen voor het wenselijke beweegaanbod in de kwaliteitseisen van de kinderopvang leidt ertoe dat dit vaak niet wordt meegenomen in het beleid van de opvang en dat pedagogisch medewerkers hier niet structureel mee bezig zijn.

Dat concludeert het Mulier Instituut dat in de rapportage ‘Van jongs af aan vaardig in bewegen’ het huidige aanbod aan en niveau van beweegactiviteiten bij kleuters en peuters binnen de formele kinderopvang onderzocht. Omdat de bereidheid van medewerkers binnen de opvang wel aanwezig is, kan bijscholing over het belang van bewegen en het bieden van handvatten voor een passend activiteitenaanbod een eerste stap zijn in het structureel realiseren van activiteiten gericht op fundamentele beweegvaardigheden binnen de dagopvang in Nederland.

Van het huidige niveau van beweegvaardigheden van de peuters en kleuters in Nederland is geen duidelijk beeld te geven omdat systematisch (vergelijkend) onderzoek en data-analyse van de motorische vaardigheden van kleuters en peuters in Nederland op dit moment ontbreken. De nieuwe Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang (LKK) geeft een globaal beeld over het actuele aanbod van beweegactiviteiten binnen de kinderopvang. De eerste resultaten laten zien dat binnen alle vormen van kinderopvang gemiddeld twee tot vier keer per week aandacht wordt besteed aan activiteiten die zich richten op motorische ontwikkeling, waarbij binnen de kinderdagopvang iets meer aandacht wordt besteed aan motorische ontwikkeling dan binnen de andere vormen van dagopvang. Uit (kleinschalige) onderzoeken komt naar voren dat kinderen in de kinderopvang veel tijd zittend doorbrengen: maar 40 procent van de kinderen is een uur per dag matig tot intensief actief bezig, wat de norm is voor kinderen tussen de 4 en 12 jaar. Er bestaat in Nederland (nog) geen norm voor kinderen jonger dan 4 jaar.

Zowel in het beleid voor kinderopvang als in de opvangpraktijk neemt de aandacht voor motorische ontwikkeling en het ontwikkelen van beweegvaardigheid de laatste jaren toe. Zo is ‘Van jongs af aan vaardig in bewegen’ een van de zes pijlers van het Nationaal Sportakkoord. Op jonge leeftijd vaardig worden in bewegen legt een basis voor deelname op latere leeftijd en voor een actieve, gezonde leefstijl. Voor het landelijke en lokale beleid is het van belang meer te weten te komen over het huidige niveau van beweegvaardigheden van peuters en kleuters. Daarvoor moet (meer) systematisch onderzoek worden gedaan, waarbij niet alleen wordt gekeken naar de mate waarin zij bewegen, maar ook naar de verworven beweegvaardigheden.

Klik hier voor de rapportage ‘Van jongs af aan vaardig in bewegen’.


Andere artikelen over rapporten van het Mulier Instituut: